Altolamprologus sp. Compressiceps Shell

Een van de kleinere Tanganyika cichliden is de Altolamprologus sp. Compressiceps Shell. Met zijn 5,5 cm een leuk klein visje wat wel zijn eisen stelt!

()

Altolamprologus sp. Compressiceps Shell

Het Tanganyika meer is het oudste basin in de Grote Afrikaanse Rift Valei. Zijn ouderdom wordt geschat op meer dan 9 miljoen jaar. Het is het tweede diepste zoetwater reservoir in de wereld. Het is gelegen langs de grenzen van Burundi, Tanzania, Zambia en de Democratische Republiek Congo. De lengte van de kustlijn is ongeveer 1900 kilometer, waarvan ongeveer 41% bestaat uit rotsen, 21% is rots/zanderig, 29% zanderig en 9% zanderig/moerassig.

De isolatie van het Tanganyika-meer heeft de aanzet gegeven tot het ontstaan van vele endemische vissoorten. Als gevolg van de evolutie die zich in deze specifieke omstandigheden voltrok, zijn er een aantal organismen ontstaan, die nergens anders in de wereld te zien zijn. Een van hen is in de evolutie gericht op het verkleinen van de grootte van het lichaam, met als doel het veroveren van nieuwe habitats, en dus het bestaan van twee bijna identieke “varianten” van een soort die aanzienlijk verschillen in grootte. Dit verschijnsel kan worden waargenomen, onder meer in geval van Telmatochromis temporalis, Telmatochromis vittatus, Neolamprologus mondabu, Lamprologus callipterus alsmede Altolamprologus compressiceps. Doorgaans leven, de grotere langsrotsachtige kust, terwijl de kleinere verblijven in lege slakkenhuizen, voornamelijk die van Neothauma tanganicense die met miljoenen de zanderige oppervlakte van het meer bedekken.

Altolamprologus sp. Compressiceps Shell - Cape Kachese - vrouw met jongen
Altolamprologus sp. Compressiceps Shell – Cape Kachese – vrouw met jongen.

Is “shell” een aparte soort?

Je hebt waarschijnlijk de mysterieuze letters “sp. ” in de naam van onze held gezien (afkorting voor species – soort in het Engels). Dit houdt in dat deze taxon (soort) nog niet wetenschappelijk is beschreven. We kunnen er zelfs niet zeker van zijn dat de beide compressiceps twee verschillende soorten zijn. Wat zijn dan de verschillen? Hierboven werd al vermeld dat ze verschillen in grootte. Een ander interessant feit is dat de jongen ongeveer drie keer zo klein zijn. Verder kan een verschil in rugvinstralen worden opgemerkt. “Shells” hebben ook een lagere rugvin (in verhouding tot hun lichaam). Deze eigenschap stelt ze in staat om diep in de schelp te komen, die ze op zijn beurt beschermt tegen de aanvallen van roofdieren, waarvan de vorm het toe laat om de schelp binnen te dringen, zoals bijvoorbeeld de Mastacembelidae familie en kleine water cobra’s (voornamelijk Boulengerina annulata). Een ander zichtbaar verschil zijn de sterk blekere kleuren bij de “shell” variant, in vergelijking met Altolamprologus compressiceps. Dit stelt hen in staat beter op te gaan in de omgeving.

De opkomst van nieuwe soorten, waartoe de Altolamprologus sp. “compressiceps Shell” waarschijnlijk behoort, is een voorbeeld van sympatrische soortvorming – de vorming van nieuwe soorten die niet geografisch van elkaar gescheiden zijn. Dit wordt bewezen door het feit dat beide vormen “compressiceps” in dezelfde delen van het meer voorkomen. In dit geval hebben we te maken met organische isolatie van de populaties die hetzelfde gebied bezetten, maar leven in andere habitats. Dit is te wijten aan het bestaan van intra-concurrentie. Om zich te beschermen tegen schadelijke concurrentie, heeft de vis een mechanisme ontwikkeld waardoor ze het concurrentie niveau verlagen of zelfs helemaal vermijden. Een van de manieren is uitgegroeid tot de scheiding van ecologische niche (multidimensionale ruimte, potentieel beschikbaar  voor een bepaald organisme) van ruimtelijke diversiteit. Altolamprologus compressiceps bleef in rotsachtige habitat, terwijl Altolamprologus sp. “compressiceps Shell” een nieuw gebied overnam – de zandige kust, die tot nu toe nog niet was bevolkt door het genus altolamprologus. Naarmate de ecologische isolatie voortduurde, zou de reproductieve isolatie ook hebben kunnen plaatsvinden (ik heb geen enkele poging ondernomen om de eerder genoemde soorten te kruisen, maar ik denk niet dat dit mogelijk is). Het is niet bekend of het proces van soortvorming van de “shells” al helemaal gereed is. Deze vraag zal beantwoord worden door gedetailleerde genetische tests.

Verspreiding

De natuurlijke omgeving van de “shell” bestaat uit open, zanderige gebieden het meer, op  10 tot 40 meter diepte. De vissen zwemmen daar solitair rond op zoek naar voedsel, wat bestaat uit voornamelijk kleine kreeftachtigen en jonge visjes. Ze kunnen zich bij gevaar verstoppen in lege slakkenhuizen, echter, de vissen bewonen ze niet permanent, met uitzondering van de paaitijd. De bovenstaande informatie geldt alleen voor volwassenen aangezien de jonge altolamprologus opgroeit in het  kustgebied van het meer. Deze zone biedt de juiste hoeveelheid voedsel en lijkt vrij te zijn van roofdieren. Jongen groeien op in rotsachtige gebieden (grijze lichaamskleur).

Altolamprologus sp. “compressiceps Shell” werd oorspronkelijk gevangen in Zambia en zuidelijke delen van Tanzania. Een nieuwe leefomgeving van deze soort is onlangs ontdekt in de Democratische Republiek Congo en in Burundi, wat suggereert dat ze gevonden kunnen worden langs de gehele kustlijn van het meer (evenals Altolamprologus compressiceps). De verschillende geografische varianten verschillen in kleur. In de handel vindt u meestal vissen die zijn gevangen in Zambia, voornamelijk in Cameron Bay (de baai strekt zich uit van het dorp Chipimbi naar het dorp Sumbu, aan de westelijke oever van het meer). De variant uit het noordelijke deel van het meer zijn hier nog niet verschenen. Er is ook een zeer aantrekkelijke paarse variant uit Sumbu Bay, die alleen nog op foto’s kunnen worden bekeken aangezien de vangst volledig werd verboden nadat dit gebied als nationaal park werd aangewezen.

Altolamprologus sp. Compressiceps Shell - Cape Kachese jong
Altolamprologus sp. Compressiceps Shell – Cape Kachese jong van 10 millimeter lang.

Kleur en lichaamsvorm

De “Shells “, alsmede de andere vissen in het geslacht Altolamprologus, worden gekenmerkt door een hoog, zijdelings samengedrukt lichaam. Het lichaam heeft meestal acht horizontale donkere strepen. Als individuen geslachtsrijp worden, veranderd het einde van de staart, rug-en borstvinnen in een gele kleur. De vrouwtjes groeien uit tot zo’n 4 cm terwijl de mannetjes uitgroeien tot 5,5 cm. De schubben van de altolamprologus aan de zijkant van het lichaam zijn zeer hard. Ze vormen een soort van schild waarop de vis een zeer sterke klap kan opvangen, zonder enige schade op te lopen. Deze aanpassing wordt gebruikt bij de jacht op jongen van andere vissoorten en wanneer ze om de dominantie vechten.

Geslachts onderscheid

Er zijn geen zichtbare verschillen in lichaamsgebouw. Een mannetje kan groter worden. Een vrouwtje heeft, voor het paaien een wat dikkere, ronde buik. Het geslacht van deze vissen kan waarschijnlijk worden bepaald door te kijken naar de vorm van genitale opening. Het probleem is echter hoe de vis uit zijn schelp te krijgen.

Altolamprologus sp. Compressiceps Shell - Cape Kachese jong in schelp.
Altolamprologus sp. Compressiceps Shell – Cape Kachese jong in schelp.

Gedrag

Altolamprologus sp. “compressiceps Shell” lijken kalm, zelfs flegmatische te zijn, maar ze zijn niet het type dat zich door andere soorten laten onderdrukken. Andere soorten van vergelijkbare grootte, hebben respect voor ze. In een aquarium hangen de volwassen “Shells” het grootste deel van de tijd boven hun schelp. Ze observeren de omgeving en schuilen in geval van nood. Ze gaan alleen verder dan een paar centimeter uit de schelp wanneer ze zich volkomen veilig voelen. Daarom is het observeren van typisch gedrag zoals het vaststellen van de hiërarchie of paring erg moeilijk.

Deze  soort heeft niet alleen de stijl van vechten overgenomen van de grotere vertegenwoordigers van het geslacht Altolamprologus (de vis wordt donkerder, uitstulpen van de kaak, vinnen uitspreiden, en de flank naar de aanvaller draaien). Ze voegen ook een nieuw element toe – het slaan met de staart. De meest voorkomende botsingen vinden plaats tussen vertegenwoordigers van hetzelfde geslacht, omdat dit meestal gebeurt om de gunst van het andere geslacht te winnen. Echte gevechten tussen shells zijn zeldzaam. Als je dichtbij het aquarium komt om de Shells te observeren dan voel je hun scherpe blik terug. Als we ze observeren dan doen ze hetzelfde met ons.

Hun schuwheid heb ik al vele malen eerder benadrukt, dit kan een probleem vormen in het bestuderen van het gedrag van deze soort. Ik bekijk ze tijdens de late uren, in een donkere kamer, slechts verlicht door de aquariumverlichting en vanaf een afstand, die me in staat stelt om volledig onzichtbaar te blijven.

Een aquarium voor Altolamprologus sp. “Compressiceps Shell”

Deze vissen zijn schelpbewoners en met dit feit moet rekening worden gehouden bij de keuze de mede aquarium bewoners. Er moet op de bodem fijn zand liggen en er zijn schelpen nodig. De vissen veranderen vaak van woonplaats. Als gevolg daarvan, is het noodzakelijk om een paar schelpen per vis te hebben, zoals Helix pomatia schelpen en / of Neothauma tanganyicense schelpen, die beiden voorkomen in het Tanganyika meer. Jongere exemplaren geven er de voorkeur aan zich te verbergen op andere plekken zoals tussen de stenen of planten.

Het aquarium moet op een rustige plaats staan. De vissen zijn erg schrikachtig en zelfs een lichte beweging in de nabijheid van het aquarium kan ze aan het schrikken maken. Als dat gebeurt, verdwijnen ze in de schelpen, wachten een paar minuten, alvorens weer tevoorschijn te komen.

De minimale inhoud van een aquarium voor een koppel is ongeveer 50 liter. Bij het houden van meerdere exemplaren, moet het aquarium navenant groter zijn. Voor een kolonie van 8-10 exemplaren is de minimale grootte ongeveer 126 liter (onderaan 80 x 40 cm, hoogte is niet zo belangrijk). Natuurlijk, ook hier geldt het principe: hoe groter het aquarium, hoe beter.

Water voor de “Compressiceps Shell” dient vooraf te worden voorbereid, evenals voor de andere bewoners van het Tanganyika-meer, met een pH in het bereik 7,8 – 9 en de totale hardheid van meer dan 15 Duitse graden. Als u de water parameters in het aquarium wil veranderen terwijl die reeds bezet is door Altolamprologus sp “Compressiceps Shell”, moeten deze aanpassingen zeer langzaam worden gemaakt (Verander de pH met maximaal 0,5 per dag, maximum hardheid met 2 Duitse graden per dag). Een goede oplossing hiervoor is het bijplaatsen van koraalgrind of gebroken slakkenhuizen in een van de kamers van het filter. Het water stroomt door het substraat heen en spoelt calcium verbindingen uit, die bijdragen aan de instandhouding van de pH en hardheid op de juiste niveaus. Dit proces is zo traag dat het de vissen niet kan beïnvloeden. Overdosering moet ook worden vermeden. Om de hoeveelheid sporenelementen om de paar weken aan te vullen, kunt u een kleine hoeveelheid zeezout toe voegen, met in het achterhoofd, dat deze oplossing minimaal 24 uur moet worden belucht alvorens het aan het aquarium toe te voegen. (!).  (redactie: pas op met het toevoegen van zout indien je Zeoliet gebruikt, de afvalstoffen worden door het zout losgelaten!)

Er dient een efficiënte filtratie te zijn zonder dat er een al te grote stromingsnelheid plaatsvindt. Deze vissen zijn erg gevoelig voor hoge concentraties stikstof. Regelmatige waterverversing van ongeveer 30% per week is wel nodig.

De “Compressiceps Shell” kan gekweekt worden samen met andere soorten die vergelijkbaar voer nodig hebben en van gelijke grootte zijn Aan deze voorwaarden voldoen de kleinere vissen uit de familie Lamprologini bijv. Lamprologus meleagris, Neolamprologus brevis, Neolamprologus multifasciatus. Het middenwater van het aquarium zou kunnen worden gevuld met een groep kleinere vissen uit de familieCyprichromini bijvoorbeeld Paracyprichromis brieni en Paracyprichromis nigripinnis.

Voorbeeldaquarium voor Altolamprologus sp. Compressiceps Shell
Voorbeeldaquarium voor Altolamprologus sp. Compressiceps Shell

Voortplanting en groei

De voortplanting, net als bij de andere altolamprologus, is zeer eenvoudig. Een vrouwtje wat klaar is om te paaien, kan worden herkend aan de uitpuilende, donkere buik. Zij selecteert de schelp voornamelijk op de circulatie van water in het aquarium. Ze leggen tot 50 eieren. Een mannetje bevrucht ze op een karakteristieke manier. Hij hangt bij de ingang van de schelp, bevrucht en stuurt het naar binnen door middel van bewegingen van de vinnen. Het vrouwtje is vervolgens verantwoordelijk voor het verzorgen van eieren en larven. Hier zien we niet een soorgelijk gedrag als bij de Altolamprologus compressiceps, waarbij een mannetje in het gebied rond het nest patrouilleert, steeds dichtbij blijvend, maar ook het vrouwtje verdedigd tegen indringers.

Tijdens de volgende 20 dagen verlaat het vrouwtje maar zelden de schelp. Ze brengt de hele dag door met het bewegen van borstvinnen en staart. Ze stuurt vers water naar haar eieren en later de larven.

Na het verlaten van de schelp, worden de jongen aan hun lot overgelaten. Ouders eten ze meestal niet (hoewel er uitzonderingen zijn), maar ze ook vertonen geen interesse. Helaas kunnen we er niet zeker van zijn dat andere vissen in het aquarium hetzelfde reageren.

Het proces van opgroeien van de Altolamprologus sp. “Compressiceps Shell” kan worden verdeeld in drie fasen. Het eerste deel omvat de eerste twee of drie maanden van het leven. De vissen zwemmen slecht en liggen vooral op het zand. Gedurende deze tijd zijn ze geel-bruin gekleurd. De volgende fase is de periode tot ongeveer 12 maanden oud. De kleur veranderd naar grijs. De vorm van het lichaam lijkt meer en meer op die van een volwassene. Gedurende deze periode, zwemmen de vissen zwemmen, ze creëren een “mini-gemeenschap.” Zelfs als ze naast de schelp zwemmen, willen ze deze niet gebruiken. Ze kunnen jagen in een groep, een tegenstander aanvallen, zelfs als deze vele malen groter dan henzelf is. Ze blijven groeien tot de derde fase, waarbij ze radicaal hun gedrag veranderen. Ze vergeten de voordelen van wonen in een groep. De schelpen zijn ineens de veiligste plek in de wereld als ze geschrokken zijn. Het gedrag in deze periode is verbonden met de terugkeer naar de zandgebieden (terwijl ze zijn opgegroeid tussen de rotsen).

“Compressiceps Shell”, mits in goede conditie gehouden, kunnen zich ongeveer elke 30 dagen voortplanten. Je moet rekening houden met de juiste manier van voeden, zodat de vrouwtjes, die het grootste deel van de tijd in schelpen doorbrengen (terwijl ze de eieren en larven uitbroeden), voldoende voedsel kunnen eten. Het voedsel moet voor hen klaarstaan op het moment dat ze beslissen om de baby’s te verlaten.

Het opgroeien van jongen

Als u kleine altolamprologus wilt overhouden zult u aan een aantal voorwaarden moeten voldoen. De schelp met jongen moet uit het aquarium worden gehaald en worden verhuisd naar een aquarium gevuld met water uit de kweekbak. Er mogen geen andere vissen inzitten dan het vrouwtje. Als het vrouwtje niet langer geïnteresseerd is in de zorg voor de jongen, moet ze worden weggehaald (om ervoor te zorgen dat alle jongeren uit de schelp zijn, kun je de schelp leeggieten en meerdere malen hervullen). Je kunt meerdere generaties jongen bij elkaar in hetzelfde aquarium houden, maar niet vergeten dat het verschil in leeftijd tussen de jonge “shells” niet meer dan twee maanden bedraagt, omdat anders de kleinere visjes gedood kunnen worden.

Jonge altolamprologus zijn zeer gevoelig, niet alleen voor slechte waterwaardes, maar ook voor sterke schommelingen (inclusief temperatuur pieken). Het is belangrijk om kleine waterverversingen uit te voeren, bij voorkeur maximaal rond de 10% en dat twee keer per week.

De jongen, die een paar dagen oud zijn, zijn ongeveer 3 mm lang. Dus het voedsel wat ze eten moet worden aangepast aan de grootte van hun mond. Ze houden van levende Artemia larven, die het basisvoer in hun dieet van de eerste dagen van hun leven kan zijn. Als toevoeging, kunt u Cyclops, gemalen voer voor jonge vissen en droge verkruimeld voer voor volwassen vissen geven.

Ondanks het bieden van de beste omstandigheden voor de nakomelingen, zullen sommigen van hen sterven tijdens de eerste vier maanden. Met betrekking tot het bovenstaande, 60-70% van de visje overhouden kan worden beschouwd als een goed resultaat.

Altolamprologus compressiceps Altolamprologus sp. “compressiceps shell”
Grootte mannetje tot 15 cm, vrouw tot 8 cm mannetje tot 5,5 cm, vrouw tot 4 cm
Gedrag Nogal verlegen vis, kan agressief zijn tijdens de broed periode Verlegen vis, vermijd elke confrontatie met andere soorten, vecht alleen indien uitgedaagt
Omgeving voor de volwassenen Rotsachtige omgevingen Zanderige omgevingen
Kleur Helder geel uiteinde van de rug-, staart- en borstvinnen bleek geel uiteinde van de rug-, staart- en borstvinnen
Voeding Schaaldiertjes, jongen van andere soorten Schaaldiertjes, jongen van andere soorten
Voortplanting Koppel of harem Koppel of harem
Broed plaats Hol tussen de rotsen, schelpen worden alleen in het aquarium gebruikt Schelpen
Zorg voor de jongen Man en vrouw Vrouw
Groei snelheid Na ongeveer 24 maanden sexueel volwassen Na ongeveer 18 maanden sexueel volwassen
Omgeving voor de jongen Rotsachtig terrein Rotsachtig terrein
Volwassen kleuren Na ongeveer 12 maanden bij een lengte van zo’n 4-5 cm. Na zo’n 18 maanden, bij een lengte van 3 a 3,5 cm.

Voedsel

Typisch dieet voor Altolamprologus moet voornamelijk bestaan uit vlees. In aquaria lijken de volwassen minder te eten door hun verlegenheid. Als ze de aquariumeigenaar hebben opgemerkt duiken ze diep in de schelp. Daarom moeten ze worden gevoed met voedsel, dat geschikt is voor consumptie, zelfs een paar minuten na het uitzetten. Aan al deze voorwaarden wordt voldaan door levend voer (Chaoborus, Artemia, Chironomidae). U kunt ze ook bevroren schaaldieren en vlokken voorschotelen. In dit geval moet worden gecontroleerd, of niet opgegeten voedsel achterblijft op de bodem aangezien dit de waterkwaliteit verslechtert. Je zou ook kunnen voorzien in een opruim ploeg (Ancistrus sp., Melanoides tuberculata, andere vissen).

De jonge exemplaren met een lengte van 10-12 mm kunnen worden gevoed met een soortgelijk dieet als de volwassen vissen. Het verschil is dat levend voedsel moet worden gespoeld met heet water met een temperatuur rond de 40-50 oC. Deze methode is erop gericht het zenuwstelsel te verlammen. Levende schaaldiertjes kunnen schade toebrengen aan de spijsvertering van de jonge vis, wat zelfs kan leiden tot hun dood. De snelle overgang naar het “volwassen” voer, versnelt de groei van jongen aanzienlijk.

Van de auteur

Er is een variant van de Altolamprologus compressiceps,mannetjes kunnen uitgroeien tot zo’n 8 centimeter en de vrouwen tot zo’n 4 a 5 centimeter. De vissen hebben heldere en contrasterende kleuren. Ze worden doorgaans verkocht onder de naam Altolamprologus sp “Sumbu”. Deze vissen gedragen zich meer als de Altolamrologus compressiceps dan als de hier beschreven “Shell” variant.

Bronnen:

1. Gashagaza M., Nakaya K. & Sato T., 2005. Taxonomy of Small-sized Cichlid Fishes in the Shell-bed Area of Lake Tanganyika. Jpn, J. Ichthyol. 42(3/4): 291-302
2. Genevell E., 2001. Shell beds piccole grandi soluzioni. Hydra 3: 61-66
3. Koblmüller S., Duftner N., Sefc K., Aibara M., Stipacek M, Blanc M., Egger B., Sturmbauer C., 2007. Reticulate phylogeny of gastropod-shell-breeding cichlids from Lake Tanganyika – the result of repeated introgressive hybridization. BMC Evolutionary Biology. 7
4. Konings A., 2002. Pielęgnice – moja pasja. Cichlid Press – TIGRA System Polska, Piaseczno
5. Konings A., 2005. Przewodnik po świecie pielęgnic z Tanganiki. Fohrman Aquaristik AB – TIGRA System Polska, Piaseczno
6. Krzanowska H., Łomnicki A., Rafiński J., Szarski H., Szymura J., 2002. Zarys mechanizmów ewolucji. Wydawnictwo naukowe PWN, Warszawa
7. Mirek P., 2007. Rodzaj Altolamprologus Poll 1986. Nasze Akwarium. 84: 11-14
8. Schelly R., Salzburger W., Koblmüller S., Duftner N. & Sturmbauer C., 2005. Phylogenetic relationships of the lamprologine cichlid genus Lepidiolamprologus (Teleostei: Perciformes) based on mitochondrial and nuclear sequences, suggesting introgressive hybridization. Molecular Phylogenetics and Evolution. 38. 426-438

Ik wil Michelle van het African Cichlid Aquaculture Limited bedanken voor informatie over de natuurlijke omgeving en de locaties waar de Altolamprologus sp. “Compressiceps Shell” is gevangen.

Video’s

Auteur

Przemyslaw Mirek
Eerder gepubliceerd in Tanganyika Magazyn 1 / 2007

Copyright foto’s

Magdalena Kwolek-Mirek- Suephoto.com (niet meer bereikbaar)

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

Extra informatie

Familie

Onderfamilie

Tribus

Geslacht

Soortnaam

compressiceps "shell"

Karakter

Sociaal Gedrag

Broedgedrag

Dieet

Zone

Landen

Herkomst

Ecosysteem

Locaties

,

Lengte Minimaal

4

Lengte Maximaal

6

Temperatuur minimaal

24

Temperatuur maximaal

26

pH minimum

8.5

pH maximum

9.0

GH minimum

7

GH maximum

11