Altolamprologus fasciatus
Altolamprologus fasciatus lijkt op het eerste oog niet op zijn bekende neef de Altolamprologus calvus. Zijn vorm is vanaf de zijkant gezien veel spitser en slanker. Zijn lichaam vertoont weer wél de sterk afgeplatte vorm die deze soort in staat stelt te jagen op jongbroed in zeer smalle kieren en spleten. Het is net als de calvus dan ook een zeer felle jager. Zijn bek kan hij uitstulpen om daarmee jonge cichliden uit de spleet te zuigen. Ze bereiken een maximale totale lengte van 16 centimeter.
De grondkleur van de Altolamprologus fasciatus is wit/bleek geel met negen donkerdere dwarsbanden met daaroverheen een blauwe iriserende gloed. Opvallend ook zijn de helderblauwe ogen. De rug en anaalvin lopen vrij ver door en lopen bijna over in de staartvin die bijna halfrond is. Op de kieuwdeksels hebben ze kleine gele vlekjes die bij de mannen iets duidelijker zijn. Het verschil tussen man en vrouw is verder moeilijk te zien. De mannen worden wel iets groter.
Biotoop
De Altolamprologus fasciatus komt over het gehele meer voor, zij het wel dat ze in het ene gebied veelvuldiger voorkomen als in het andere. Ze komen voornamelijk voor in relatief ondiep water langs de rotskust en in de overgangs gebieden naar zand.
Het Aquarium
Voor het houden van Altolamprologus fasciatus heb je een aquarium nodig van minimaal 150 centimeter lengte. De inrichting van het aquarium moet bestaan uit voldoende rotsen met daartussen veel (kleine) kieren en spleten. De mannen zijn onderling nogal agressief, het beste kun je dan ook één man met een of meerdere vrouwen houden. Andere soorten worden doorgaans met rust gelaten.
Dieet
In de natuur staan voornamelijk kleine visjes, garnaaltjes en andere kreeftachtigen op het menu. Ze doen het in het aquarium prima op een dieet van afwisselend cichlidenkorrels, mysis, cyclops, krill, garnalen en witte mug.
Kweek
In het aquarium is het kweken van de Altolamprologus fasciatus niet eenvoudig. Het vrouwtje moet namelijk een spleet vinden waar ze haar eieren in kan afzetten maar waar het mannetje net niet bij kan doordat hij net iets groter is als het vrouwtje. Het mannetje laat zijn homvocht bij de ingang van het hol of spleet achter, het vrouwtje zorgt dat dit bij de eieren terecht komt. Er zijn succesvolle kweken bekend in het aquarium waarbij gebruik werd gemaakt van grote schelpen.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Matthijs Meindertsma