Aequidens epae
Aequidens epae is in 1995 officieel beschreven door Kullander. De geslachtsnaam Aequidens is op te breken in twee Latijnse woorden. Aequus betekent ‘gelijk’ of ‘gelijkelijk’. Dens of dentis betekent ’tanden’. Grofweg vertaald betekent het zoiets als’ vis met egale tanden’. De soortnaam is gegeven ter ere van Expedição Permanente da Amazonia (EPA) van het Museum der Zoologie van de Universiteit van Sao Paulo. De expedities die zij organiseren hebben een grote bijdrage geleverd aan de kennis over de vissoorten in die regio.
Beschrijving
Aequidens epae kan een maximale lengte bereiken van zo’n 14 centimeter. Op de onderzijde van hun kop hebben ze een rood/blauw gekleurd masker. De kleur van het oog is rood. Afhankelijk van de stemming laten ze een aantal verticale donker gekleurde banden zien die bijna geheel kunnen verdwijnen. Deze banden worden doorkruist door een horizontale band over de zijlijn.
De schubben op de laten op het midden van de schub een licht blauw iriserende vlek zien. De iriserende vlekken komen ook terug op de rug- anaal en staartvin. Vaak zijn ook twee bijna zwarte vlekken te zien, één op de flank en één op de staartwortel.
De donkere vlek op de flank loopt richting de staart. Hiermee kun je Aequidens epae ook onderscheiden van de gelijkende soorten Aequidens diadema, Aequidens gerciliae en Aequidens metae. Bij deze soorten loopt deze vlek verticaal. Het onderscheid met Aequidens gercilae is te zien aan de staartvin. Aequidens epae heeft op de staartvin licht iriserende lichtblauwe vlekken die bij Aequidens gercilae ontbreken.
Het geslachtsonderscheid is lastig te zien. De man wordt iets langer dan de vrouw. Bij de man zijn de rug- en anaalvin wat puntiger. Bij de vrouw zijn deze vinnen iets meer afgerond.
Hoe oud kan Aequidens epae worden?
Aequidens epae kan een maximale leeftijd bereiken van zo’n acht tot tien jaar.
Biotoop
Deze soort is afkomstig uit Zuid Amerika. Ze wonen de benedenloop van de rio Tapajos. Je kunt ze doorgaans vinden op dieptes van één tot drie meter. Aequidens epae geeft de voorkeur aan helder stromend water boven zowel modderige of zanderige bodems en bodems met meer rotsen of stenen.
Dieet
In het wild voedt Aequidens epae zich met ongewervelden, algen en kleine visjes. In het aquarium kun je ze voeren met vlokken, granulaat, levend- en diepvriesvoer maar ook aardwormen vinden ze lekker.
Het Aquarium
Omdat Aequidens epae een lengte kan bereiken van zo’n 14 centimeter is een aquarium vanaf 150 centimeter aan te raden. Richt het aquarium in met zand of grind op de bodem. Zorg voor voldoende schuilplaatsen in de vorm van rotsen, hout en planten. Zwaardplanten zijn hiervoor uitstekend geschikt.
Ze stellen weinig eisen aan de watersamenstelling. Hou een temperatuur aan van zo’n 23 tot 30 graden en een pH van 6.0 tot 7,5.
Je kunt ze beter niet samenhouden met al te kleine soorten, die kunnen eindigen als voer.
Aequidens epae kweken
Omdat het geslachtsonderscheid lastig is te zien, is het moeilijk om een kweekkoppel bij elkaar te krijgen. Aequidens epae kan al vanaf zo’n 10 maanden en bij een lengte van 7 tot 9 centimeter geslachtsrijp zijn.
Je kunt het afzetten van de eieren stimuleren door water te verversen en de temperatuur iets te verhogen.
De eieren worden door de vrouw gelegd op een stuk rots, hout of wat de ouders ook maar geschiktvinden. Beide ouders bewaken het nest wat kan bestaan uit zo’n 300 tot 1.000 eieren.
De eieren komen na twee tot drie dagen uit. Zodra de jonge visjes kunnen zwemmen worden ze door de ouders verhuist naar een ondiepe kuil. Hier zoeken ze naar micro organismen en algen. De ouders graven regelmatig nieuwe kuilen waarna ze de jonge visjes weer verhuizen. Beide Aequidens epae ouders helpen hier aan mee.
De jonge Aequidens epae kun je bijvoeren met stofvoer en bijvoorbeeld pas uitgekomen artemia.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
F. Ingemann Hansen – Akvariefotografen.com
Referenties