Samenvatting: Gerry beschrijft de externe fysiologie van deze vissen en verteld over zijn recente ervaringen met de kweek. Hij verteld ook wat meer bijzonderheden en ervaringen over het houden van deze vissen.
Goodeidae – Levendbarende Tandkarpers
Over het algemeen genomen is de groep levendbarende tandkarpers altijd makkelijk te herkennen geweest doordat bij de man de anaalvin ontbreekt. In plaats hiervan is dit deel van hun anatomie aangepast om plaats te maken voor wat we een gonopodium noemen. Echter in het midden van de jaren ’70 werd een andere familie van levendbarenden ontdekt in Midden Amerika, in het bijzonder in Mexico, waarin beide geslachten een anaalvin bezitten.Zei het dat de eerste twee vinstralen van de man veel korter zijn. Sommige biologen noemen dit het andropodium en anderen refereren hiernaar als het spermatopodium.
Deze familie staat bekend als de Goodeidae en bestaat uit meer dan 50 soorten, een van deze leden is de Ameca splendens (Vlinder Goodeidae). Dit is een attractieve en fel gekleurde vis die helaas, door zijn grootte, in mijn ogen geen goede soort vormt om in een gezelschapsaquarium te houden. Niet om zijn agressieve gedrag, aangezien het een redelijk vredelievende soort is, maar omdat de volwassen een lengte kunnen bereiken van zo’n 8 tot 12 centimeter en ze met hun baldadige en hyperactieve gedrag nogal intimiderend over kunnen komen op hun kleinere neefjes. In alle andere aspecten zou dit een goede soort zijn voor de beginnende aquarium houder aangezien het vrij taaie vissen zijn en goed tegen de waterwaardes van het meeste kraanwater kunnen. Het lijkt erop dat ze de voorkeur geven aan een vegetarisch dieet en grazen graag in de algen, wat eenvoudig groeit onder sterke verlichting. Een goede filtering helpt om ze gezond te houden.
Kweek van Levendbarende Tandkarpers
Deze vissen kweken makkelijk, alleen het aantal jongen zal klein zijn, soms slechts een of twee en nooit meer dan 25 tot 30. Vergeleken met andere levendbarenden lijken dit kleine aantallen. Wanneer echter blijkt dat elk jong zo’n 2 centimeter lang is bij de geboorte, dan is zelfs 20 stuks een onmogelijk aantal. geen wonder dat de vrouwen er na het werpen er een beetje holbuikig uitzien.
Seksen van de vissen
De jongen seksen als ze nog klein zijn is niet de makkelijkste onderneming totdat je een geoefend
oog hebt ontwikkeld waarmee je de minuscule extra uitstulping op de anaalvin van de mannen leert vinden. Naarmate de jongen groter worden zal deze taak steeds makkelijker worden. Als ze seksueel volwassen zijn dan zijn problemen om de mannen van de vrouwen te scheiden voorbij. De kleurpatronen op het lichaam blijven gelijk met meerdere glinsterende vlekken olijf, geel, zilver en zwart. De zwarte vlekken worden talrijker rond het centrum van het lichaam, ze vormen wat lijkt op een solide lateraal lijn, maar als je van dichtbij gaat kijken is dat niet het geval. De staartvin van de man heeft twee verticale gekleurde banden, de binnenste is zwart en de buitenste geel. De staartvin van de vrouw blijft doorzichtig.
Herkomst Goodeidae
Zoals al eerder vermeld, komen de meeste Goodeidae soorten uit Centraal Amerika en Mexico. Ameca splendens kan door dit hele gebied heen worden gevonden, ironisch genoeg is een van zijn belangrijkste vind gebieden de Rio Ameca (Rio betekend rivier). Ik denk dat ik het bij het juiste eind heb als ik zeg dat dit het enige voorbeeld is waarbij de locatie is gebruikt om de familienaam van de vis te vormen. Er zijn uiteraard wel veel voorbeelden van soorten waarbij de eigennaam is afgeleid van de plaats van herkomst of ontdekking, bv. amazonensis, brasiliensis, cameronensis etc. (uit de Amazone, Brazilië of Kameroen). De soortnaam in dit geval is splendens wat je kunt vertalen als helder of glinsterend.
Ameca splendens kweek
Mijn eerste ervaringen met de Ameca splendens heb ik opgedaan in de mid-jaren 80. Helaas heb ik blijkbaar geen volledig verslag van waar ik ze toen vandaan heb gehaald. Mijn kaartsysteem laat alleen het feit zien dat ik een koppel Ameca splendens heb gekocht, samen met een koppel Xenotaca eiseni. Wellicht wilde ik de details later aanvullen waarbij ik het een aantal keren heb uitgesteld totdat ik het helemaal ben vergeten.
Gelukkig kan ik wel wat preciezer zijn over mijn huidige exemplaren. Op 18 mei 2005 kwam mijn ‘oude vriend’ David Marshall langs met in zijn handen een pot met zes Ameca splendens (een bijna volwassen koppel en vier onvolwassen jongen). Het was leuk om deze soort weer terug te zien. De vissen waren snel gewend en tot mijn grote verbazing begonnen ze meteen het kroos op te eten wat het complete wateroppervlak bedekte. Na vier maanden bleef er niet een stukje over wat er in resulteerde dat ik de voorraden moest gaan aanvullen uit andere aquaria.
Ik weet niet of het aanvullende dieet van kroos verantwoordelijk was voor de conditionering van de vissen maar er werden op gezette tijden nieuwe jongen geboren. Bijvoorbeeld op 11 juli 11 jongen, 25 september 5 jongen en recenter 7 oktober 18 jongen. Elke geboorte vond plaats onder de bescherming van de duisternis. Zou dit een manier van moeder natuur zijn om te voorkomen dat de jongen worden opgegeten door andere jagende soorten? Anders dan bij andere levendbarende soorten, hebben de ouders geen neiging om op hun eigen jongen te jagen; mede omdat de pas geboren jongen te groot zijn om door te slikken.
Tot Slot
Tot slot, recentelijke milieu tragedies hebben me doen begrijpen wat er gebeurd zou kunnen zijn met de kolonies riviervissen zoals de Ameca splendens, welke compleet verdreven zijn uit hun leefomgeving en wie weet waar zijn beland? Rampen met dergelijke omvang en zenuwslopende frequentie laten je realiseren hoe fragiel de ecologie is en de nasleep van zulke omstandigheden kunnen heel goed verantwoordelijk zijn voor het uitsterven in het wild van soorten die endemisch zijn voor deze regio.
Auteur: Gerry Hawksby van de Ryedale Aquarist Society, England
Eerste publicatie: Ryedale Reporter, Januari 2006
Bron: Aquarticles.com (niet meer beschikbaar)
Aanvulling door Patrick K.
De Ameca splendens is niet alleen mooi van uiterlijk, maar ook erg leuk en laat actief gedrag zien. Ze zijn behoorlijk effectief in het verwijderen van draad- en penseelalg.
Her en der heb ik op internet gelezen dat Ameca splendens als koppel te houden is maar beter in een harem en het best in een groep kan worden gehouden. Maar ja, ga er maar aanstaan: een groep vissen van 12 tot 15 centimeter!). Dit klopt wel met mijn ervaringen tot nu toe. Hoewel het (nog?) niet echt onrustbarend is, wordt de vrouw af en toe knettergek van de paringsdrift van de man. En mijn dieren zijn nog vrij jong: de man zo’n 6 en de vrouw zo’n 8 centimeter.